‘Ik doe het wel als ik het kan’
Pien staat aan de deur en vraagt of ik kom rolschaatsen. Ik draai wat op mijn hakken, staar naar mijn trui en begin aan een los draadje te peuteren. ‘Nee, ik ehh’, stamel ik. ‘Ik moet eten’. En BAM, ik gooi de deur voor haar neus dicht. Mijn moeder staat in de gang achter me en kijkt me wat verbaasd aan. Het is nog lang geen etenstijd. Ze vraagt me waarom ik nee zei. ‘Je kunt het toch proberen?’ Mijn antwoord op deze vraag kende ze maar al te goed: ‘Ik doe het wel als ik het kan!’